Geplaatst op

Bosaardbeien kweken

Bosaardbeien kweken in de moestuinbak

De wilde bosaardbeien zijn de kleinere zusjes van de cultuuraardbei die je in de supermarkt vind. Ze hebben kleinere vruchten van ongeveer een centimeter groot, maar in dat kleine vruchtje zit wel veel meer smaak dan in de grotere cultuuraardbeien. De bosaardbei is een eetbare bodembedekker die je normaal in de ondergroei vindt. Ze houden namelijk wel van wat zon, maar niet te veel.

Wanneer zaai je bosaardbeien in de moestuinbak?

De bosaardbeien zaai je meestal vroeg in het jaar, ongeveer van februari tot uiterlijk eind maart. Later zaaien zorgt ervoor dat je datzelfde jaar geen aardbeien meer hoeft te verwachten. De zaadjes van de bosaardbei zijn heel klein, en hebben licht nodig om te kiemen. Dus je strooit de zaadjes uit op de aarde, en bedekt ze niet. De kiemplantjes zijn vervolgens heel klein en teer: zaai de zaadjes daarom ruim uit elkaar om later uitplanten makkelijker te maken.

Vochtig houden van de zaadjes

Omdat de zaadjes van de bosaardbei zo klein zijn spoelen ze makkelijk weg. Geef daarom de moestuingrond water voor je de zaadjes erop zaait. Na het uitstrooien van de zaadjes kan je met een plantensproeien nog wat extra water geven zodat de zaadjes vochtig zijn. Dek de moestuinbak vervolgens af met een broeikap zodat de grond vochtig en warm blijft.

Uitplanten van de bosaardbei

De plantjes van de bosaardbei groeien niet zo snel. Zodra ze 2-4 echte blaadjes hebben (dus naast de kiemblaadjes!), en dat duurt wel even, kan je ze eventueel uitpoten. De plantjes zijn nog heel erg kwetsbaar, dus haal ze heel voorzichtig uit elkaar.

Verder opkweken in de kweekbak

Als je alle planten binnen hebt opgekweekt, moeten de bosaardbeien afharden voor je ze buiten plaatst in de kweekbak of kweektafel. Zet dan de planten op een mooie dag buiten, hou er wel rekening mee dat ook directe zon schadelijk is voor planten die alleen de donkere woonkamer kennen. Na ijsheiligen kan je vervolgens de planten veilig permanent buiten laten. Zorg er vervolgens voor dat jouw nieuwe bosaardbeien geen directe middagzon krijgen en geef de planten water als het een poosje niet regent. Deze plantjes worden vervolgens niet groter van ongeveer 10 centimeter. Wel maken ze in de loop van de zomer uitlopers die je apart kan opkweken of jouw moestuinbak overnemen.

Oogsten van bosaardbeien uit de moestuinbak

De bosaardbeien oogst je als de vrucht rood is. Ze blijven wel kleiner dan de grotere cultuuraardbeien, maar zijn net zo lekker. Een ideale aanvulling voor in jouw moestuinbak!

Geplaatst op

11 Eetbare bodembedekkers voor in de moestuinbak

Bodembedekkers kweken in de moestuinbak

Het begint zomer te worden en het onkruid in de tuin en moestuin begint weeldig te groeien. Hoogste tijd om vrije ruimten in de moestuin op te vullen met bodembedekkers zodat onkruid nauwelijks de kans krijgt om te groeien. Van deze bodembedekkers zijn de volgende eetbare bodembedekkers een echte aanrader. Ze zijn, naast nuttig, ook nog eens mooi en smakelijk. Een echte aanwinst dus voor jouw moestuin of moestuinbak.

Wat zijn bodembedekkers?

Bodembedekkers zijn doorgaans lage, kruipende planten die in hoog tempo een netwerk van wortels en bladeren vormen en zo een groot oppervlakte van de bodem of kweekbak afdekken. Omdat bodembedekkers de grond geheel bedekken krijgen andere planten weinig kans om te groeien en worden bodem en humuslaag beschermd. Het voordeel van deze bodembedekkers is:

  • Je hebt minder last van onkruid in de moestuinbak.
  • Water verdampt minder snel waardoor je minder hoeft te sproeien.
  • Katten gaan niet graven in de moestuinbak.
  • Je moestuinbak wordt er mooier van.

Bodembedekkers met grijs of behaard blad doen het goed in het zonnetje. Dit blad verdampt minder water en kan goed tegen warmte. Bodembedekkers met glanzend blad doen het goed in de schaduw. Dit blad reflecteert het licht en geeft zo een hogere benutting.

Welke bodembedekkers kun je eten?

De meest voorkomende bodembedekkers die je kunt eten, en dus een aanwinst zijn voor jouw moestuin zijn de volgende soorten:

  1. Bosaardbeien
  2. Campanula
  3. Daslook
  4. Aardaker
  5. Dovenetels
  6. Tijm
  7. Hondsdraf
  8. Munt
  9. Lavendel
  10. Marjolein
  11. Rozemarijn

Bosaardbeien in de moestuinbak

De wilde bosaardbei blijft laag en wordt niet hoger dan 10 centimeter, heeft witte bloemetjes en ronde vruchten. Deze vruchten zijn kleiner dan de reguliere aardbeien, maar zijn wel eetbaar. De bosaardbei houdt van een vochtige, humusrijke grond en lichte schaduw. Ideaal dus voor in de moestuinbak. Als de bloementijd in mei / juni voorbij gebruikt hij al zijn kracht om te groeien. Voor je het weet vult hij jouw kweekbak.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: 5 – 30 cm.
  • Bloei: Mei – juni, soms tot in de herfst.
  • Kleur bloem: wit
  • Grond: matig vochtige tot droog. Matig voedselrijk.
  • Plaats: half schaduw – zonnig
  • Zaaien: maart – april.

Campanula kweken

De campanula, ook wel klokjes genaamd, zijn een bekende plantsoort die lang en uitbundig bloeit. Daarnaast stellen ze weinig eisen aan de bodem, makkelijk dus voor in jouw kweektafel. De bloemetjes zijn een mooie aanvulling voor jouw bak, maar net als Oost-Indische kers, dovenetel en komkommerkruid geven de klokjes ook kleur aan salades. Verder zijn alle planten in de Campanula-familie ook waardplanten voor diverse vlinders, goed voor de biodiversiteit dus.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: variërend van de soort 5 – 120 cm.
  • Bloei: meeste soorten vanaf juni
  • Kleur bloem: paars, wit, roze of blauw
  • Grond: matig droge tot vochtige bodem, matig voedselrijk, vaak kalkhoudend.
  • Plaats: zonnig
  • Zaaien: in het algemeen in maart of april.

Daslook kweken in jouw moestuinbak

De daslook behoort tot de lookfamilie; de witte stervormige bloemetjes vormen een mooie ‘uienbol’. Daslook bereikt een hoogte van 30 tot 40 centimeter en bloeit van april tot en met juli. Na de bloeiperiode trekt de plant zich terug in de bol en laat zich weer bovengronds zien in het voorjaar. Verder doet daslook het goed in de schaduw, onder bomen en in voedselrijke, niet te droge grond. Daslook heeft echter wel tot 2 jaar nodig om te ontkiemen, plantjes kopen geeft dus een sneller resultaat, gelukkig spreidt de plant zich vervolgens snel uit tot een grote groep.

Zowel het blad en de bloemen hebben een zachte, frisse uiensmaak. Beide zijn rauw en fijngehakt goed te gebruiken in hartige gerechten, salade en soep. De eerste blaadjes zijn het malst, daarom worden de blaadjes vaak voor de bloei geoogst.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: tot 40 cm.
  • Bloei: april tot uiterlijk juli
  • Kleur bloem: wit
  • Grond: voedselrijk, doorlatend, vrij vochtig (bosgrond)
  • Plaats: schaduwrijk, goede plek is onder een boom of haag

Bijna vergeten, de aardaker

De aardaker is een vaste, winterhard knolgewas en familie van de vlinderbloemenfamilie. De plant komt van nature in Europa voor en bloeit in juni en juli, in ons land is hij echter zeldzaam. Hoewel bekend van zijn mooie, eetbare knalroze bloemen, was hij ook populair om zijn eetbare delen onder de grond; de knolletjes die als groente werden gegeten.

Deze knolletjes van de aardaker worden als aardappels gekookt of als tamme kastanjes gepoft. De plant maakt jammer genoeg niet veel knolletjes maar de smaak is goed. Ze zijn iets zoetig, rijk aan zetmeel en smaken ook enigszins naar tamme kastanjes.

Verder maakt de plant stikstof aan en is zodoende een goede groenbemester en een fraaie vervanger voor reukerwten. De rozerode bloemen ogen tenslotte niet alleen mooi maar verspreiden ook nog eens een heerlijke geur waar volop vlinders en bijen op af komen.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: 35 cm. Kruipend tot 100 cm. Kan enigszins woekeren.
  • Bloei: juni – augustus
  • Kleur: felroze
  • Grond: voedzaam
  • Plaats: volle zon
  • Zaaien: begin februari in kamerkas, jonge planten in mei naar buiten. Plantafstand: 40 x 40 cm, zaaidiepte: 4-5 cm, plantdiepte: 10 cm. Volle grond zaaien: april – juli op een warme plek.
  • Knollen oogsten: juni-oktober.

Dovenetels als bodembedekker in de moestuinbak

De bladeren van de dovenetel zijn heerlijk voor in de salade, als garnering, of kook ze kort zoals bij spinazie. En als je ze droogt kun je er heerlijk thee van trekken. De bloemen van de dovenetel zijn daarnaast een leuke en mooie toevoeging voor op salades.

De dovenetel houdt van een humusrijke bodem en enigszins gefilterd zonlicht. Ze doen het ook goed onder bomen en struiken, en geven kleur aan de randen langs een heg. Doordat ze sterk zijn zorgen ze ervoor dat andere ongewenste kruiden minder kans krijgen op plekken die moeilijk zijn bij te houden. Lieveheersbeestjes die de luizen in je tuin verorberen, houden zich graag schuil in deze veelzijdige en kleurrijke bodembedekker. Verder wordt de lipbloemige dovenetel is ook graag bezocht door insecten.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: 20 – 60 cm, afhankelijk van de soort
  • Bloei: april – mei en sommige soorten tot juni of zelfs augustus.
  • Kleur bloem: wit, geel, roze, paars, bruinrood, afhankelijk van de soort
  • Grond: humusrijk.
  • Plaats: halfschaduw – zon
  • Vermeerderen: door te scheuren. Er zijn vaak al in april volop plantjes te koop.

Kruidige tijm in jouw moestuinbak

De geur van tijm geeft je meteen een zomers gevoel. Hij houdt dan ook van zonnige en droge plekken. Als bodembedekker is de kruipvariant van tijm een aanrader of de hogere citroentijm. In de keuken kennen we tijm natuurlijk als kruid in Italiaanse gerechten, hartige gerechten, soepen en sauzen, ook de kruipvariant leent zich hiervoor. Het kruid kun je oogsten van mei tot november. Of droog de takjes door ze voor de bloei af te snijden en op te hangen op een droge, donkere plek.

De bloei van deze laag blijvende bodembedekkers is een mooie aanvulling voor de kweekbak of moestuintafel: afhankelijk van welke soort bloeien ze wit (citroentijm), lichtroze tot felroze. De in het wild voorkomende kruiptijm bloeit in juni en juli met sterk geurende bloemen en bijen komen graag af op deze geur van tijm

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: 10 – 15 cm, citroentijm 25 – 50 cm.
  • Bloei: juni – augustus.
  • Kleur bloem: roze, lila of wit.
  • Grond: waterdoorlatend, voedselarm en kalkrijk.
  • Plaats: liefst in de volle zon
  • Zaaien: maart-april op een zaaibedje. Na half mei in de tuin uitplanten.

De eetbare hondsdraf in jouw kweektafel?

Dit kruipend kruidje met zijn vierkante stengel is inheems, altijd groen en een prachtige paarse lentebloeier. De hondsdraf laat zich al vroeg in het voorjaar zien en je vindt hem vooral in een wat vochtiger omgeving, bijvoorbeeld bij een vijver en aan bosranden, het liefst in de halfschaduw. Hij groeit snel, is makkelijk te stekken en verspreidt zich ongebreideld via de uitlopers van zijn wortels. Dus binnen een mum van tijd is de grond bedekt! Als hij te enthousiast groeit, is hij makkelijk te verwijderen, maar je komt er zelden helemaal vanaf.

Hondsdraf geurt licht kruidig en de bladeren zijn ook nog eens eetbaar en worden rauw gebruikt in salades, op brood (met kaas) en in soepen en hartige gerechten. Oogsten kan van april tot juni. De smaak is vrij sterk en er wordt beweerd: hoe meer schaduw, hoe beter de smaak. Ook wilde bijen en hommels zijn dol op de hondsdraf, al gaat het hen natuurlijk meer om de nectar.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: 15 tot 40 cm.
  • Bloei: april – juni.
  • Kleur bloem: hemelsblauw, paars.
  • Grond: vrijwel alle grondsoorten.
  • Plaats: zon tot schaduw, en kan ook prima onder heesters.

Munt, maak thee van jouw bodembedekker

Een heerlijke thee maken van munt? Deze kruid is namelijk zeer geschikt als bodembedekker met het grote voordeel dat ze goed groeien en bloeien in de schaduw. Woekeren doen ze wel graag via de lange uitlopers, zo vullen ze binnen no-time jouw moestuinbak of kweektafel. De bladeren van munt hebben die heerlijke herkenbare munt-smaak, afhankelijk van de soort in zachtere en sterkere vorm en eventueel in combinatie met andere smaken, denk bijvoorbeeld aan banaan en citroen. Een verrassende toevoeging aan jouw moestuintafel.

Lavendel, een eyecatcher in jouw moestuinbak

De lavendel is eigenlijk een struik, maar vormt dichte pollen waardoor ze functioneren als een bodembedekker. De bladeren en bloemen zijn te gebruiken voor geurzakjes, boeketten en in gerechten, maar natuurlijk ook een heerlijke toevoeging aan de thee. Verder is lavendel niet veeleisend wat betreft standplaats, zolang er maar veel zon staat. Hou er wel rekening mee dat de struik zo’n 30-50 cm breed en hoog (zonder de bloemaren) wordt.

Wilde marjolein, oftewel oregano

De wilde marjolein, wel bekend als oregano, is een prachtige bodembedekker voor in de volle zon. Met lange, voornamelijk liggende takken kruipt hij tussen andere planten door en bedekt zo de bodem, zonder daar te wortelen. Op die manier kunnen andere groenten en kruiden planten gewoon groeien in jouw moestuinbak. De oregano is een bekende toevoeging in italiaanse sauzen en gerechten, maar wist je ook dat de bloemen veel bijen en vlinders lokken? Ideaal dus voor in een stadsmoestuin.

Tenslotte, de kruipende rozemarijn

De laatste bodembedekker van dit rijtje is een van onze favoriete, de kruipende rozemarijn. Een struik rozemarijn kan groot worden, maar deze kruipende rozemarijn werkt bodembedekkend en is net zo smakelijk! De bladeren zijn heerlijk in sausen en bij vlees of in thee. Aan het begin van de zomer bloeit hij ook nog eens met mooie, lichtblauwe bloemen. Deze plant groeit graag in de zon maar is niet heel kieskeurig wat grond betreft, mits deze niet nat of erg vochtig is.

Gevulde moestuinbak met eetbare bodembedekkers

Zoals je kunt lezen zijn er veel mogelijkheden om van jouw moestuinbak een gevulde oase van eetbare planten te maken. Hou jij ervan om verse kruiden te gebruiken in gerechten? Dan zijn veel van deze eetbare bodembedekkers een welkome aanvulling op jouw moestuinbak. Zo hoef je vervolgens minder onkruid te wieden en help je ook de lokale vlinders en bijen aan extra voedsel. Win-win dus!